Zorgvlied in 2017 100 jaar begonnen op de tekentafel

“Villapark Zorgvlied in Tilburg, het klinkt prachtig, hoewel het neigt naar plagiaat. Maar het was wel geheel in de geest van vadertje Cats: (Sorghvliet) een wijkplaats om onbezorgd te genieten van de uren na het werk en je op te laden voor weer een dag vol gewaardeerde nieuwe zorg voor een geluk­kige en welvarende samenleving. Dat stond de stads­­bestuurders van Tilburg voor ogen in die jaren kort na de Eerste Wereldoorlog. Er moesten een pijnlijk ontnuchterende crisistijd en een nog minder zorgeloze Tweede Wereldoorlog overheen gaan vooraleer een inmiddels danig afgeslankt, zo niet een verminkt plan volledig was gerealiseerd.”

“TILBURG- Fabriekstad. Dat werd ons bij de Aard­rijkskundeles op de lagere school al ingeprent. Oud Tilburg is dan ook inderdaad met deze formule juist getypeerd. Wij zijn trotsch op de vele en grote indu­strieën die hier sinds onheugelijke tijden gevestigd zijn en die een nationale en internationale bekend­heid hebben verworven.

Naast OUD-TILBURG met zijn fabrieksschoorstenen is echter in de laatste jaren een NIEUW-TILBURG  aan het opkomen. smaakvol aangelegde wijken met modern ingerichte woonhuizen in aangename omgeving. De kroon op deze vernieuwing van Tilburg wordt gezet door de exploitatie van het Villapark  “ZORGVLIED”.

Zo begint de reeks van twee artikelen van Gerard Steijns over de geschiedenis van het ontstaan van onze wijk, die verschenen zijn in het blad “Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis en cultuur” (jaargang 19, nr 2 en jaargang 20, nr 2).

De wijk Zorgvlied is in drie gebieden te verdelen: de ‘burgemeestersbuurt’, het stuk van Zorgvlied dat ook het Villapark wordt genoemd, de ‘staatsliedenbuurt’ aan de zuidkant van Zorgvlied met huizen die er een kleine zestig jaar staan en de volkerenbuurt, die uit de jaren zestig dateert, behalve dan het Gotenpark dat later is gekomen op de locatie van het vroegere zwembad (opgeheven in 1995).

In een aantal artikelen in dit blad willen wij u wat meer vertellen over het ontstaan van deze delen van de wijk te beginnen met de burgemeestersbuurt.

In de bijna juichende intro van de prospectus die het Tilburgse Makelaars- en Assurantiekantoor J. van der Meeren in 1934 verspreidde en waarin het kopers lekker probeerde te maken voor de eerste huizen die in de zojuist aangelegde Burgemeester Suijsstraat waren opgeleverd, wordt de wijk als volgt aangeprezen:

Dat “ZORGVLIED” zou worden geëxploiteerd is lang verwacht, veel besproken, doch meestal naar het rijk der fabelen verwezen. Nu is deze exploitatie echter een feit. Enkele energieke bouwers bezield met de bekende Brabantsche ondernemings­geest hebben, onder leiding van ons Makelaarskantoor, de handen ineen geslagen en een begin gemaakt met de bebou­wing van dit zo gunstig aan de Bredascheweg gelegen Villapark. Breede plantsoenen, ruime pleinen, schitterende lanen worden aangelegd en

de eerste landhuizen zijn zoo goed als gereed. ”Zorgvlied” wordt de ideale woongelegen­heid van Tilburg”.

Een reproductie van het Haagsche “Zorgvlied” het beroemde park waarin Vader Cats tot zijn van veel levenswijsheid getuigende gedichten werd geïn­spi­reerd. Het zou wel aanbeveling verdienen om in onze aardrijkskunde-leerboeken een verbeterde clausule op te nemen luidende :

Tilburg (  Villapark  “Zorgvlied “) is de ideale woonstad van Noord-Brabant.

De woningen die werden aangeboden liggen aan de westkant van de wijk. Burgemeester Suijsstraat 56 was door Vroom en Dreesmann ingericht als modelwoning en daarvan waren in de brochure ruim foto’s opgenomen.

De uitbundige tekst in de brochure was beslist ook nodig om de huizen aan de man te brengen. In de periode van crisis en onzekerheid die ons land toen doormaakte waren de mensen niet gemakkelijk bereid te investeren in een woning die tussen de

 ƒ 7100,- en ƒ 9000,-  moest kosten.

De huizen werden, vaak gestoffeerd en al, verhuurd en ook, in de periode van de mobilisatie, toegewezen aan officieren van de Kromhoutkazerne. In de oorlog zijn er veel geconfisqueerd door de ‘Duitse Weer­macht’ voor hun eigen officieren.

In deze periode, het begin van de jaren veertig, was het noordwestelijk deel van de wijk en het gebied rond Mariëngaarde bebouwd. Met name in dat laatst­­genoemde gebied vooral met vrijstaande villa’s. Die opzet beantwoorde nog het best aan de oors­pron­­kelijke plannen die voor de wijk waren ontwikkeld. In de periode hieraan voorafgaand zijn er voor dit gebied veel grootsere ideeën geweest.

Maar de ontwikkeling daarvan is niet al te voor­spoe­dig verlopen, het is zelfs, ondanks de naam, voor het Tilburgs gemeentebestuur ronduit een zorgelijke affaire geweest. Het wordt in slechts enkele woorden in de brochure gesuggereerd: ‘lang verwacht, veel besproken, doch meestal naar het rijk der fabelen verwezen’. Inderdaad, de wijk werd bijna 100 jaar geleden ontworpen, namelijk in 1917, als vestigingsplaats voor de R.K. Leer­gangen, die in die periode met grote beloften zoals een gebouwencomplex in het villapark, naar Tilburg waren gelokt. Architect Jos. Cuijpers heeft daarvoor de tekeningen gemaakt. Het pleintje aan de Burge­meester Suijsstraat was bedoeld als het voorplein voor de entree, het noordelijk deel van de Burge­meester Jansenstraat zou de 70 meter brede toe­gangs­laan zijn tot het hoofdgebouw.  De middenlaan zou dan weer afgesloten zijn met een zeshoekig plein met villa’s, want ook het personeel van de R.K. Leer­gangen zou in de wijk moeten kunnen wonen. De situering van het  gebouw van de Leergangen heeft dus een dwingend karakter gehad voor de nog bestaande hoofdvorm van de wijk. De loop van de Burgemeester Suijsstraat en de Burgemeester Jansenstraat zijn erdoor bepaald.

De plannen waren echter te ambitieus en te kostbaar, het economisch tij keerde en grote stukken grond waren inmiddels eigendom geworden van een inves­teringsmaatschappij ‘Zorgvlied”, die bezwaren maak­te tegen de plannen. Na vele perikelen is pas vanaf 1932 met de bebouwing van de wijk gestart, die uit­eindelijk – maar dat wist men toen nog niet – pas eind jaren vijftig is afgerond. De westelijke uitbreiding dateert overigens van eind jaren zestig.

Bij de verdere afbouw van de wijk zijn veel vooraan­staande architecten betrokken geweest. Jos. Cuijpers tekende de plannen voor de Leergangen, veel woningen zijn van de hand van de Tilburger Jos. J. Donders en van W.M. Dudok. Hij is o.a. verantwoor­delijk voor de huizen aan de Burgemeester Meurs­straat en de huizen op de hoek van de Burgemeester Suijs- en de Jansenstraat.  Mariëngaarde, op 26 juni  1935  als pension voor bejaarden in gebruik genomen en een van de markantste (en in mijn ogen mooiste) gebouwen van de wijk,  is van de hand van architect  Alexander Jacobus Kropholler, uit Wassenaar.

Daarmee is “Zorgvlied” niet alleen een voorbeeld van een stukje opmerkelijke stedelijke geschiedenis, maar ook architectonisch een gebied met bijzondere waarden.

 In dit verhaal is, met toestemming, uitgebreid geciteerd uit de eerder genoemde artikelen van Gerard Steijns. De afleveringen van het tijdschrift waarin zij zijn gepubliceerd, zijn uitverkocht, maar de tekst ervan kunt u vinden op website:

www.historietilburg.nl/tijdschrift/5.7/536.html